Bestuurders aansprakelijk voor belastingfraude

De bestuurders van enkele bv’s zijn door de Belastingdienst persoonlijk aansprakelijk gesteld wegens het opzettelijk indienen van onjuiste btw-aangiften. De Belastingdienst wil hen ook aansprakelijk stellen voor niet afgedragen loonheffingen. Hoe loopt dit af?

In de automobielhandel opereert een groep bv’s met een rammelende administratie. De Belastingdienst constateert tijdens een boekenonderzoek een te lage btw-afdracht en legt op basis van een onnauwkeurige kolommenbalans een naheffingsaanslag op. De Belastingdienst beoordeelt echter niet de facturen. De administratie wordt gevoerd door een boekhouder, terwijl kas- en bankmutaties en btw-aangiften door andere medewerkers en een externe accountant worden gedaan. Volgens de Belastingdienst waren de bestuurders zich bewust van de onjuiste btw-aangiften en hebben ze niet tijdig ingegrepen, wat duidt op onbehoorlijk bestuur. Bij een faillissement leidt dit tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder voor de belastingschulden. De bestuurders dienden een bezwaarschrift in, dat ongegrond wordt verklaard, waarna de zaak voor de Rechtbank Gelderland komt.

Een bestuurder van een bv is alleen persoonlijk aansprakelijk voor niet afgedragen belasting als onbehoorlijk bestuur de oorzaak is. Er ontstaat een vermoeden van onbehoorlijk bestuur als de bv niet binnen 14 dagen na een naheffingsaanslag betalingsonmacht meldt bij de Belastingdienst.

De Belastingdienst beschuldigt de bestuurders van grove schuld bij het jarenlang indienen van onjuiste btw-aangiften, waartegen zelfs het melden van betalingsonmacht niet beschermt. De bestuurders zijn dan persoonlijk aansprakelijk. Voor de rechtbank wijzen de bestuurders persoonlijke aansprakelijkheid af, verwijzend naar de rol van de boekhouder en accountant bij het indienen van de aangiften. De rechtbank benadrukt echter dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurders is om bij problemen in de administratie in te grijpen. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur mag volstaan met een redelijke schatting, aangezien de administratie niet adequaat werd gevoerd. De bestuurders weerleggen de ruwe schatting door met enkele bewijsstukken op de proppen te komen, waarna de rechtbank hen deels gelijk geeft. De naheffingsaanslag wordt op dit punt verlaagd.

De aansprakelijkheid voor het niet betalen van loonheffingen wordt afgewezen omdat de bestuurders eenmaal betalingsonmacht hebben gemeld, wat volgens de rechtbank voldoende is voor volgende tijdvakken. Omdat de feiten van onbehoorlijk bestuur alleen betrekking hebben op onbetaalde btw werkt dit niet zondermeer door voor de loonheffingen.

Wat leren we hieruit?

Deze casus benadrukt het belang van snel en adequaat handelen bij administratieve problemen: bestuurders moeten onmiddellijk actie ondernemen en deze acties documenteren om hun verantwoordelijkheid en inspanningen aan te tonen. Belangrijk is ook de meldingsplicht van betalingsonmacht binnen 14 dagen na een naheffingsaanslag aan de Belastingdienst, om aansprakelijkheid te vermijden. Dit onderstreept het belang van zorgvuldig financieel beheer en proactieve aanpak om juridische complicaties te voorkomen.

Bron:Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLINLRBGEL2024417, ARN 18/6114 | 29-01-2024

Kamervragen set-aside-regeling en landbouwvrijstelling
De staatssecretaris van Financiën heeft nadere Kamervragen beantwoord over de set-asideregeling en de landbouwvrijstelling door boeren die landbouwgrond hebben omgezet in bos. Op grond van de set-asideregeling werd subsidie verleend voor de aanleg
Vrije ruimte in 2023 hoger dan in 2024
Vrije ruimte Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen
Aftrekposten in hoogste tariefschijf in 2023
Het tarief waartegen de aftrek van ondernemersfaciliteiten, betaalde hypotheekrente en de persoonsgebonden aftrek in de hoogste tariefschijf worden verrekend is niet het tabeltarief van 49,5% maar het tarief van de eerste schijf. In 2023 bedraagt dit
Optimaliseer de investeringsaftrek in 2023 en 2024
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor investeringen boven € 2.600 tot € 63.716 bedraagt 28% met een maximum van € 17.841. De KIA blijft vervolgens € 17.841 tot een

We helpen je graag!

We vertellen je graag persoonlijk welke specifieke dienstverlening we jou kunnen bieden. 

Download onze gratis app en beschik over de laaste informatie en handige tools.

Verschillende functies binnen handbereik. Handige en praktische thema’s, het laaste belastingnieuws, toegang tot een uitgebreid archief, contactgegevens van onze medewerkers, routebeschrijving en het maken van afspraken.

nl_NLNederlands
Scroll naar boven